Paardenkastanje
Aesculus Hippocastanum
in onze zeep verwerken we: blad
kwaliteit: wildpluk uit ons eigen bos
De paardenkastanje komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa en Klein-Azië. In de 16e eeuw werd de boom verder naar het westen van Europa ingevoerd. De boom is nu op grote schaal ingeburgerd in West-Europa en Noord-Amerika en wordt veel aangeplant als sierboom.
In onze zeep gebruiken we de bladeren. In de lente plukken we elk jaar een nieuwe voorraad vers blad in het Wickenburghse bos. Van deze bladeren trekken we een extract, wat we in onze zeep verwerken.
Werking
Het extract bevat onder andere aescin, het belangrijkste actieve bestanddeel in paardenkastanje. Aescin heeft ontstekingsremmende, vaatvernauwende en vaatbeschermende eigenschappen. Verder zitten er tannines in, die zorgen voor een samentrekkende werking, en flavonoïden, wat krachtige antioxidanten zijn.
Groei & bloei
De boom groeit snel en wordt gemiddeld 20 meter groot. De paardenkastanje begint na ongeveer 20 jaar vrucht te dragen en kan wel 250 jaar oud worden. In april en mei staat de boom in bloei. De witte bloemen staan in een rechtopstaande pluim en hebben wel wat weg van een kaarsenstandaard. De bloemen verkleuren van geel naar rood en ontwikkelen daarna de bolsters met de kastanjes, de zaden van de boom.
De paardenkastanje komt, heel toepasselijk, uit de zeepboomfamilie.
Zeep met paardenkastanje: boszeep, scheerzeep (en uit ons archief: seizoenszeep #22)